Een aanval op de sociale dialoog op het spoor
Terwijl de regering en de regerende partijen met de vinger wijzen naar het spoorwegpersoneel en de zogenaamde 'stakingsveiling', worden er achter de schermen wetsvoorstellen voorbereid die de sociale dialoog fundamenteel dreigen te ondermijnen. De hypocrisie kan nauwelijks groter zijn.
Wetsvoorstel van 27 maart 2025 – door N-VA
In dit voorstel pleit de N-VA voor een grondige hervorming van de besluitvorming binnen het Nationaal Paritair Comité (NPC). Vandaag is voor elke beslissing over het statuut van het personeel en de arbeidsvoorwaarden een 2/3 meerderheid vereist – zowel aan de kant van de werkgever als aan de kant van de vakbondsvertegenwoordigers. Dit zorgt ervoor dat beslissingen worden gedragen door een brede consensus, in het belang van alle belanghebbenden.
De N-VA stelt nu voor om deze 2/3 meerderheid te vervangen door een gewone meerderheid. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien een technische aanpassing, maar de gevolgen zijn zeer groot.
Een paritair comité zonder evenwicht?
De AFN is op gelijke basis samengesteld: werkgevers en vakbonden hebben elk een gelijk aantal zetels. Dit is een fundamenteel element van een eerlijke sociale dialoog.
Door de 2/3 meerderheid die nodig is voor de aanvaarding van voorstellen te verlagen, wordt het evenwicht verbroken. In de praktijk zouden de vakbonden slechts optreden als eenvoudige gesprekspartners zonder beslissingsrecht. Als gevolg hiervan verliest de NPC zijn primaire functie als adviesorgaan en wordt het gereduceerd tot een formaliteit.
Wat is het argument van de N-VA?
Volgens de N-VA verloopt het overleg binnen het NPC te moeizaam en leidt het te vaak tot stakingen. Maar dit argument houdt geen steek. Juist het feit dat een 2/3 meerderheid nodig is, dwingt de partijen om met elkaar in gesprek te blijven en te zoeken naar duurzame oplossingen.
Als vakbonden kunnen worden genegeerd, hebben ze maar één krachtig instrument: het stakingsrecht.
Het echte risico: meer stakingen, niet minder.
Door de vakbonden hun beslissingsbevoegdheid te ontnemen, worden ze in feite tot actie aangezet. Het voorstel zal dus niet leiden tot vrede op het spoor, maar juist tot meer sociale onrust. Het monddood maken van de vakbonden tijdens het overleg is geen modernisering, maar een muilkorven van de stem van de vakbond.
Een stap terug in de tijd
Dit wetsvoorstel is een aanval op de basisprincipes van het sociaal overleg, zoals die al decennialang worden opgebouwd. Dit doet denken aan de tijd dat overleg niet gebaseerd was op gelijkwaardigheid, maar op dictaat.
Wetsontwerp van 27 maart 2025: Inbreuk op het spoorwegstatuut (enkel contractuele aanwerving)
Geleidelijke afbouw van de taken vermomd als "efficiëntie"
Opnieuw staat het spoorwegpersoneel in het vizier van een wetsvoorstel, opnieuw van de N-VA. Het voorstel van 27 maart 2025 stelt voor om een einde te maken aan het wettelijke aanwervingsbeleid en volledig over te schakelen op contractarbeid in de spoorwegsector. De argumenten lijken op het eerste gezicht technisch, maar de gevolgen zijn allesbehalve onschuldig.
Volgens het voorstel zou legale tewerkstelling te duur zijn. Er wordt onder meer beweerd dat er één werknemer is per 21 statutaire werknemers, terwijl dit bij andere Europese spoorwegondernemingen slechts 1 op 100 is. Dit verwijst impliciet naar de 'omgekeerde piramide' die al lang aan de kaak wordt gesteld in de organisatie: te veel administratie, te weinig managers.
Verder wordt gesteld dat de personeelskosten 25 procent van de totale kosten bedragen, terwijl ze in andere buitenlandse bedrijven slechts 10 procent zouden uitmaken. Volgens het voorstel zou de productiviteit ook 20-40% lager zijn dan in de rest van Europa.
Maar de context wordt nergens vermeld:
• De spoorwegen in België zijn een openbare dienst met sociale taken.
• Het netwerk en aanbod zijn veel groter dan die van veel buitenlandse collega's.
• Onze mensen doen vaak zwaar, complex en onregelmatig werk in het veld.
Vrije dagen: een mythe die steeds weer opduikt
In het voorstel wordt het "grote aantal vrije dagen" genoemd – meer dan 50, zo wordt beweerd. Daarbij wordt voorbijgegaan aan het fundamentele verschil tussen vrije dagen en dagen van verminderde werkweek (CV/KD). Meer dan de helft van deze dagen is het gevolg van overwerk: medewerkers werken 40 uur per week, maar worden betaald volgens een 36-urensysteem. De vier overuren per week worden gecompenseerd door recuperatie – een bekend systeem dat ook in veel particuliere bedrijven, zoals de chemische of metallurgische industrie, gebruikelijk is.
Met andere woorden, spoorwegarbeiders hebben niet meer vakantiedagen dan andere sectoren, ze werken gewoon anders.
Aanval op het Statuut = aanval op de aantrekkelijkheid van het beroep
In het voorstel staat ondubbelzinnig dat men onmiddellijk een einde wil maken aan het Statuut van de ambtenaren.
Maar tegelijk zijn er ook in de Vlaamse overheidsdiensten waar men al op contract werkt, meldingen van een groot tekort aan personeel.
Tegenwoordig vertrouwen mensen plotseling op vaardigheden in plaats van diploma's om personeel aan te trekken. Het is een teken dat mensen wanhopig op zoek zijn naar manieren om mensen te vinden – omdat de arbeidsvoorwaarden simpelweg niet aantrekkelijk genoeg zijn.
Hetzelfde geldt voor de spoorwegen:
• Nacht- en weekendwerk
• Onregelmatige uren
• Wachtdiensten
• Geen uitzonderlijk hoge lonen
Wie denkt dat mensen onder druk staan te popelen om contractarbeid te krijgen, zonder enig perspectief of bescherming, heeft duidelijk weinig te maken met de realiteit op het terrein.
Een ideologische kruistocht
Onder het mom van modernisering, efficiëntie en liberalisering worden de spoorwegarbeiders stap voor stap ontmanteld. Wat echt nodig is, is een versterking van het beroep en een grotere erkenning voor het personeel, d.w.z. een herstel en geen uitholling van status en rechten.
Wetsontwerp 27 maart 2025 – Gedeeltelijke privatisering van de NMBS op tafel
Risico's voor het personeel en de overheidsdiensten
Een nieuw wetsontwerp wil een belangrijke stap zetten in de richting van de gedeeltelijke privatisering van NMBS. De federale overheid bezit momenteel 99% van de aandelen van de spoorwegmaatschappij. Volgens het voorstel zou dit aandeel kunnen worden teruggebracht tot 50% + 1 aandeel, waardoor particuliere investeerders zouden kunnen toetreden tot het kapitaal van NMBS.
Officieel blijft de overheid meerderheidsaandeelhouder, maar deze interventie betekent een fundamentele koerswijziging met ingrijpende gevolgen – voor de werking van NMBS, maar vooral voor het personeel.
Infrabel blijft buiten het voorstel en zou volledig in handen van het publiek blijven. Maar het signaal is duidelijk: de deur staat open voor de commercialisering van onze spoorwegen. Wat vandaag gedeeltelijk is, kan morgen volledig zijn.
Bpost en Proximus als "voorbeelden"?
Voorstanders noemen bpost en Proximus als succesvolle voorbeelden van staatsbedrijven met een gemengde economie. Wat niet wordt genoemd zijn de gevolgen voor het personeel van deze bedrijven:
• Verhoogde werkdruk
• Verminderde werkzekerheid
• Besparing op personeel en middelen
• Meer flexibiliteit en prestatiedruk
• Een cultuur waarin winst boven service gaat
Dit wetsvoorstel roept dan ook ernstige zorgen op voor de vakbonden:
• Wat gebeurt er met de werkzekerheid en arbeidsvoorwaarden van het personeel?
• Betekent klantgerichtheid in de praktijk niet gewoon het besparen van personeel en het focussen op winstgevende routes?
• Hoe kunnen we de maatschappelijke functie van NMBS, zoals mobiliteit en betaalbare dienstverlening in alle regio's, garanderen als er commerciële spelers rond de tafel zitten?
• Wat zijn de ervaringen met privatisering in het buitenland, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk?
Een high-performance track, ja. Maar dan wel in handen van het publiek.
Het lijdt geen twijfel dat de spoorwegonderneming moet blijven inzetten op efficiëntie, gebruiksvriendelijkheid en modernisering. Maar dat kan – en moet – in een sterk publiek kader, met respect voor de medewerkers en met garanties voor de maatschappelijke rol van NMBS.
VSOA-Spoor verzet zich tegen elke stap in de richting van privatisering
Dit hervormingsproject dreigt het begin te zijn van een beleid dat erop gericht is de logica van de markt boven die van de openbare dienst te ontmantelen.
De vakbonden zullen deze kwestie met grote waakzaamheid volgen en oproepen tot een brede raadpleging van de vertegenwoordigers van het personeel.
We willen geen NMBS die winst boven maatschappelijk aanvaardbare diensten stelt.